Geschiedenis

De precieze oorsprong van het Wiltshire Horn ras is onduidelijk.  Bij de opgravingen van een Romeins-Britse boerderij in Rockbourne in het graafschap Wiltshire werden skeletten aangetroffen welke wijzen op de aanwezigheid van dergelijke schapen, schapen die ca 2000 jaar geleden slechts 2 centimeter korter waren dan de huidige Wiltshire.  Velen zijn van mening dat de oorsprong ligt bij de wilde schapen die nog steeds floreren in Corsica en Sardinië, en dat deze door de Romeinen werden ingevoerd naar Groot-Brittannië.  Anderen zeggen dat de Feniciërs in ruil voor koper en tin uit de mijnen van Zuid-West-Engeland de Wiltshire naar Engeland hebben gebracht.  De echte toedracht over het ontstaan van het ras zal waarschijnlijk nooit bekend worden.

Feit is dat uit documentatie blijkt dat het ras in de 18de eeuw in Wiltshire het belangrijkste ras was.  Er blijken harde bewijsstukken te zijn die aangeven dat er sprake is van Old Wiltshire Horned scheep in het laagland van Wiltshire.   De grond is er rijk in de valleien en arm op de bergtoppen.  Gemeenschappelijk begrazingsweiden werden door de dorpsherder met zijn kudde beheerd.  Elke nacht keerde de kudde terug en de in de stal verzamelde mest werd gebruikt op bouwland.

Een schrijver, Luccock, schreef in 1794: "De reiziger zal merken hoe goed de dieren grazen op de Wiltshire Downs, de dieren zijn aangepast aan de voedingsbodem. Deze boeren moeten een dier hebben dat actief is, ze moeten afstanden kunnen lopen, kunnen klimmen over de meest steile hellingen en zonder problemen de hitte van de zomer zonder onderdak verduren". 

Aan het einde van de 18de eeuw werd volgens verschillende schattingen het aantal Wiltshire Horns in de weiden van Wiltshire op 700.000 stuks geraamd. Toch is het ras de volgende 100 jaar ernstig in verval geraakt, niet omdat het voordeel van het ras verdwenen was maar eerder als gevolg van veranderingen in de algemene agrarische bedrijfsvoering.

In de jaren 1950 deed E.H. Lane Poole onderzoek naar de herkomst van de Wiltshire Horn en stelde vast dat het graafschap Wiltshire lange tijd de plaats bij uitstek was voor dergelijke kuddes schapen, 18de-eeuwse schrijvers zagen ongekende aantallen grazen op de Salisbury Plain, het krijt plateau in het centrum van Zuid-Engeland.  Hij stelt dat schapen in de Middeleeuwen werden ingedeeld in twee soorten; degenen met lange wol vertegenwoordigd door de Lincoln en de Cotswold rassen en dieren met korte wolvezels die afkomstig zijn van de "mountainsheep van Wales" in de graafschappen Herefordshire en Shropshire.  Volgens zijn bewering hebben de Wiltshire koppels hun oorsprong in de Welsh Mountain Schapen.

In 1923 werd in Groot Brittanië begonnen met Wiltshire Horn stamboekwerking met als doel de afstamming van de dieren bij te houden, de inlandse kweek te stimuleren en de exportkansen te onderzoeken.

In de jaren'60 en'70 was er opnieuw een daling in de populariteit van de Wiltshire Horn omdat de waarde van wol enorm steeg.  Liefhebbers van Wiltshire Horn hebben het ras toen in leven gehouden.  Maar door het gebruik van kunststof materialen in de kleding daalden in de tachtiger jaren de wolprijzen spectaculair.  De kosten voor de productie van wol dekt zelfs de opbrengst niet meer.  Economisch ligt de focus dan ook nog uitsluitend bij de vleesproductie wat automatisch leidt tot een toename van de populariteit van de minder wollige rassen.  De Wiltshire Horn is nu wereldwijd terug in opgang.

De eerste Wiltshire Horn schapen in België werden in het begin van de 21ste eeuw ingevoerd vanuit Nederland en Groot Brittanië.  Door de inzet van gedreven liefhebbers werd in 2007 de officiële erkenning als Belgisch stamboekschaap verkregen.  Sindien kent dit zelfruiende ras ook in ons land een gestage groei.