Lammertijd

Na een draagtijd van ongeveer 5 maanden min vijf dagen worden de lammeren geboren.  Een spannende periode maar gelukkig is het bij Wiltshire Horns geen zenuwslopende aangelegenheid.  Ze kunnen het in regel goed alleen aan.  Het blijft natuurlijk wel aangewezen de dieren in de gaten te houden zodat men kan ingrijpen zo nodig.  Een goede hygiëne en goede nazorg direct na de geboorte zorgen ervoor dat je de uitval na de geboorte zeer laag kan houden.

Een eerste teken dat de geboorte nadert is het opzwellen van de uier.  Ook de kling zwelt op en wordt rood.  Hangt er een slijmerige draad uit de kling van het schaap dan zal de geboorte in de volgende uren zal plaatsvinden.  De ooi zal zich afzonderen van de kudde en een plekje zoeken waar de lammeren ter wereld kunnen komen.  Stoor het schaap nu niet meer onnodig.

Tijdens de ontsluiting wordt de baarmoeder door de weeën geopend.  De vruchtblazen worden naar buiten geperst en zullen tenslotte door de druk barsten.  Dit stadium kan uren duren.  De weeën worden stelselmatig krachtiger.  Het schaap gaat regelmatig liggen en staat snel weer op.  Eenmaal als de blaas zichtbaar wordt gaat het vaak erg snel en wordt het lam naar buiten geperst.

Wanneer heeft de ooi hulp nodig ?  Dat is niet precies te zeggen maar laat de natuur zoveel mogelijk haar gang gaan.  Houd als vuistregel aan dat na het verschijnen van de eerste waterblaas, binnen een uur de vrucht te zien moet zijn.  Indien dit niet het geval is kun je controleren of het lam goed ligt.  In geval van twijfel vraag je er best de dierenarts bij.

Als de lammeren geboren zijn laten we de ooi nog even met rust tot ze de kleintjes goed heeft gelikt en geaccepteerd.  Wij opteren er voor om, na het aflammeren in de kudde en het ontsmetten van de navelstreng, de ooi en haar lammeren enkele dagen in een kraamhok te plaatsen zodat er een goede moederbinding ontstaat.  Het geeft ons ook de mogelijkheid de dieren goed op te volgen en in te grijpen zo nodig.  Het is zaak er op te letten dat bij het aflammeren in het koppel, het eerste lam niet op wandel gaat terwijl de moeder haar tweede of derde lam ter wereld brengt.  Dat kan problemen geven bij de band tussen moeder en kind en verstoten tot gevolg hebben.

Wanneer het zeer koud is of de pasgeboren lammeren slapjes zijn, hangen we een warmtelamp in een hoek van het kraamhok.  Ze maken er dankbaar gebruik van.  Wrijf de lammetjes nooit droog.  Ze komen namelijk ter wereld met een slijmlaag over de vacht.  Bij wrijven komt het natte slijm in de vacht en drogen ze veel moeilijker.

Gezonde lammeren zijn heel actief, binnen een kwartier staan ze op de poten en zoeken de speen op.

De pasgeboren lammeren dienen vlug, veel en vaak biest op te nemen.  Dit is van belang omdat hun darmdoorlaatbaarheid snel afneemt.  In de eerste 24 tot 36 uur na de geboorte laat de darmwand grote eiwitten en antistoffen door.  Daarom is de toediening van biest zo belangrijk op de eerste dag en met name de eerste uren na het aflammeren.   Het vermogen om antistoffen door te laten verdwijnt snel naarmate een lam ouder wordt en stopt helemaal na 36 uur.  Biest zorgt er namelijk voor dat het lam essentiële immunoglobulinen binnenkrijgt, beschermt het lam tegen de bacterie clostridium (diarree en darminfecties veroorzaker) en andere ziekten (afhankelijk van vaccinatiestatus van de ooi).   Naast vitaminen en antistoffen heeft biest een hoog vetgehalte met makkelijk verteerbare eiwitten die als eerste energiebron dienen.  Lichtgewicht lammeren en drielingen krijgen vaak niet voldoende biest binnen op de eerste dag, door bijvoorbeeld onvoldoende productie bij de ooi.

Ingeval de melkgift van de ooi om wat voor reden dan ook tegenvalt, voeden wij de lammetjes bij met koebiest.  In de lammertijd hebben we hiervan steeds een ingevroren voorraad.  Indien nodig verwarmen we een portie in een warmwaterbad en krijgen de kleintjes een flesje.  Verwarm de biest niet in een microgolfoven, dit beschadigt de antilichamen.  Er is ook kunstbiest op de markt.

Bij onervaren ooien kan het gebeuren dat ze het lam niet wil accepteren.  Ze weet niet wat ze ermee aanmoet en vindt het vervelend en pijnlijk als het probeert te drinken.  Houdt de ooi dan vast en laat het lam zuigen.  Wacht af of de ooi-lam binding alsnog tot stand komt.  Als de ooi van het werpen is bekomen en ze geen uierprobleem heeft, is het euvel gewoonlijk spoedig opgelost.

Voor we de dieren terug bij de groep laten, ontwormen we de ooi en worden de oormerken bij de lammeren ingebracht.

 

Uitgebreide informatie over aflammeren kun je onderandere raadplegen op deze site van AVEVE  de-geboorte-van-een-lam