Aflammeren - deel 2

De laatste ooien hebben eind maart gelammerd.  Negen ooien gaven ons 16 lammeren waarvan er helaas één is overleden.  Met een gemiddeld gewicht van 9.5 kg (ooien) en ruim 10 kg (rammen) op de leeftijd van 15 tot 20 dagen doen de oudste Gabbe nakomelingen het uitstekend.  Opvallend is dat, in tegenstelling tot vorig jaar (5/5), geen van de vier jaarlingen drachtig blijkt te zijn.  Het komt hun ontwikkeling natuurlijk wel ten goede.  Een spijtige vaststelling is dat de worpgrootte van de recent uit het bestand van K. De Meyer overgenomen dieren niet aan onze verwachtingen voldoet.  We moeten hierbij wel rekening houden met het gegeven dat de omstandigheden en conditie in de dekperiode van grote invloed is en de ooien niet dezelfde kansen kregen als deze uit ons bestand.  Aangezien de dieren uit dezelfde moederlijn komen als onze andere ooien zullen we ze voorlopig nog aanhouden.  In hun voordeel pleit dat het de beste dieren uit het door omstandigheden stopgezette bestand waren, dat een zus ervan bij ons vorig jaar, als jaarling, een tweeling wierp en zij dit jaar haar nieuwe eigenaar met een drieling verblijde.   

We hebben namelijk voorbije maanden aan twee beginnende stamboekkwekers enkele ooien uit ons bestand overgedragen zodat ze van start kunnen gaan.  Wanneer de gelegenheid zich aanbiedt nieuwe leden te werven en we in de mogelijkheid verkeren om deze liefhebbers goed basismateriaal ter beschikking te stellen doen we dat dan ook met plezier.  Daardoor zitten we nu echter onder ons streefgetal van het aantal ooien en zullen we zelf elders moeten gaan shoppen.  Gezien de kwaliteiten van onze ram willen we namelijk Gabbe de volgende jaren blijven gebruiken en houden we van hem nog geen ooilammeren aan.  De Gabbe-ooikes zijn ondertussen reeds allemaal gereserveerd.