Wiltshire Horn rasstandaard
De rasstandaard is een beschrijving van hoe een dier er moet uit zien om een waardige vertegenwoordiger te zijn van zijn ras. Deze beschijving moet keurders en juryleden op prijskampen helpen om een oordeel te vellen. Het spreekt voor zich dat bij de aanvraag om erkenning in Vlaanderen de Britse standaard voor het ras nagenoeg letterlijk werd overgenomen. Het kan immers niet de bedoeling zijn om hier in Vlaanderen onze 'eigen Wiltshire Horn' te kweken.
Wiltshire Horn is een typisch dubbeldoelschaap. Het dient te beschikken over veel bespiering, maar moet tevens ruim genoeg zijn voor voldoende vruchtbaarheid en melkproductie. Het is een groot schaap. Gemiddeld gewicht rammen ca 126 kg, ooien ca 72 kg.
Horens: Rammen: fraai gedraaide, symmetrische horens met een ruime krul. Ooien: elegant zijwaarts, achterwaarts gebogen.
Hoofd: Breed van een gemiddelde lengte, geheel wit. De oren relatief lang en breed. Ogen groot, helder levendig opvallend en moedig. Een ramsneus met wijde neusvleugels, de neusspiegel bij voorkeur donker. Een sterk gebit in een sterke onderkaak geplaatst, vrij van overbeet.
Nek: Gemiddelde lengte. Hoog aangezet, opwaarts gericht. Rammen breed van kop tot schouder, de ooien eleganter.
Voorhand: Diep, met goedgevuld borststuk. Schuine schouder met duidelijke schoft. De schoudertop ligt niet boven het rugniveau bij de ooien en ligt een weinig erboven bij de rammen.
Middenstuk: Lange, rechte, brede, goed bespierde rug. Ronde ribben. Rechte buiklijn. De buik is onbewold.
Achterhand: Breed, diep en zwaar bespierd. De bouten zijn goed gevormd met voldoende spieren tussen de achterbenen.
Benenwerk: Voorbenen recht en ver uiteen en dragen geen wol. Achterbenen vol bevleesd tot de hak, via een goed gehoekt spronggewricht overgaand in een brede, platte pijp. De achterbenen dragen geen wol beneden de hak. Sterke koten met gezonde hoeven. Vlotte gangen.
Staart: Breed en hoog ingeplant, niet te lang noch sterk bewold.
Huid/vacht: De huid is roze, de vacht wit. Zwarte vlekjes zijn toegestaan. Korte wol die in het voorjaar verliest, als het schaap in een goede conditie is.
Algemeen voorkomen: Trots en statig voorkomen; korte benen met een waardige houding. De rammen uitgesproken mannelijk, ooien met een vrouwelijke uitstraling.