Ook jonge lammeren vragen aandacht

23-04-2022 19:53

 

Drie “drukke” weken in maart en het lammerseizoen 2022 zat er bij ons op.   Met 2.1 lammetjes per ooi zitten onze dieren weer flink boven het 1.9 rasgemiddelde.  Onze negen ooien hebben op één uitzondering na allen aan de in hun gestelde verwachtingen voldaan.  Met 8 ooilammetjes hebben we voldoende keuze om van de niet meer op onze fokkerij aanwezige Schapendries Laurent 5 of 6 ooikes aan te houden.  En van de 11 rammen zijn er reeds drie gereserveerd om elders Laurents waardevolle genen  door te geven. 

Enige smet op ons fokkerijgebeuren is het feit dat we ditmaal een ooi hadden welke op dag 2 haar tweede lam nog weigerde te aanvaarden waardoor het noodgedwongen een fleslam werd.  Dieren met dergelijk gebrek aan moederzorg worden bij ons opgeruimd, deze ooi wacht dan ook de slacht.

Alle aandacht gaat nu uit naar het voorspoedig grootbrengen van de lammeren.  De grasgroei herneemt ondanks de koude periode langzaam maar zeker.  De ooien staan met hun lammeren al enkele weken terug de wei en voorlopig hebben hun moeders nog ruim voldoende melk.  De jonge lammeren beginnen al gras op te nemen maar met gras alleen zal de groei op die leeftijd echter beperkt zijn.  Daarom hebben ze naast gras ook krachtvoeder ter beschikking.  

Het is aangewezen om lammetjes binnen de 2 weken na de geboorte de mogelijkheid te geven om krachtvoeder te leren eten.  Een lam dat wat weinig melk heeft, zal dat snel compenseren door meer korrels en hooi of gras te nemen.  

Het bijgeven van krachtvoeder aan jonge lammeren kan, door het krachtvoeder in een aparte ruimte te plaatsen, waar de lammeren door een kleine opening binnen kunnen, zonder dat de moeders aan het krachtvoeder kunnen.  Groot voordeel is ook dat lammeren welke aan krachtvoer gewoon zijn, kunnen gespeend worden zonder dat zij enige groeistilstand ervaren bij het gemis van hun moedermelk.  De krachtvoergift kan na het spenen geleidelijk afgebouwd worden.  Een lam kan pas vanaf een gewicht van ca 35 kg maximaal groeien op ruwvoeder (goed gras) alleen.

Lammeren die na het spenen uitsluitend ruwvoer eten, kunnen te weinig kobalt binnen krijgen.  Dat doet zich vooral voor op kobalt-arme gronden. Kobalt zet zich in de pens om in vitamine B-12. Te weinig kobalt betekent dus ook te weinig vitamine B-12. Daardoor kan de energievoorziening van een lam ernstig verstoord raken.  Lammeren met een kobalt-vitamine B12-gebrek groeien slecht, zijn traag en suf, hebben een dorre vacht en zijn gevoeliger voor wormen.  Ze zijn verder goed te herkennen doordat ze hun kop door het gaas steken om te grazen, terwijl er in de wei voldoende gras staat.