"Schapengeld is snel geteld"

17-10-2018 05:13

Dat de financiele verdiensten in de schapenhouderij laag zijn zal geen enkele schapenhouder betwisten.  Gesubsidieerd lamsvlees uit Groot Brittanie en Ierland belemmert een rendabele verkoopprijs voor inlandse slachtlammeren.  Niettegenstaande Wiltshire Horn een uitstekend vleesschaap is en overzee als dusdanig wordt vermarkt, situeert de houderij in ons land zich voornamelijk in de hobbysfeer.  Er is veel vraag naar fokdieren, vooral vrouwelijke exemplaren zijn gezocht en worden, net als beloftevolle dekrammen, vlot verhandeld en goed betaald.     Maar niets belet dat we ook onze vleeslammeren aan een realistische prijs verkopen.  Wiltshire Horn weidelammeren van 6 a 7 maanden oud wegen ongeveer 60 Kg en kunnen slachtklaar particulier verkocht worden aan de gangbare marktprijs van 2.5 euro/kg (levend gewicht).  Kenners weten de uitzonderlijke vleeskwaliteit van het ras te waarderen, vetarm en zacht van smaak.  Allochtonen vinden een gehoornd ras een meerwaarde.  

Profesionele schapenhouders moeten streven naar een verkoopsprijs van 3.45 a 3.85 Euro/kg levend gewicht om rendabel te zijn (zuiglammeren van ca 42 - 47 Kg).  Voor ons als hobbyisten ligt dit uiteraard anders.  Dat een hobby geld mag kosten zullen weinigen bewisten maar als het mogelijk is om jaarlijks uit de kosten te komen mag men deze opportuniteit toch niet aan zich laten voorbijgaan.  Schapenliefhebbers met een beperkt aantal dieren zullen zelden de moeite doen om er een boekhouding op na te houden.  Toch is het interessant om jaarlijks een kosten analyse te maken.  U zal vaststellen dat, wanneer we de verkochte lammeren aan de slachtprijs zouden inboeken, men zelden de gemaakte jaarlijks weerkerende kosten zal kunnen  recuperen.  De meerwaarde zit hem in het feit dat wij als stamboekkwekers ook dieren voor de fokkerij kunnen aanbieden.  Het afstammingsbewijs bewijst de raszuiverheid en deze garantie mag/moet zich in de vraagsprijs weerspiegelen.  Toch stellen we vast dat er soms dieren worden aangeboden waarvan de prijs onder de reële waarde ligt.  Niet alleen nefast voor eigen gewin maar ook ter bescherming van de markt waarin vraag en aanbod prijsbepalend zijn.